Foto: Peter Nieuwenhuijsen

Oostenburg Toegankelijk voor publiek

In 1773 liet Eyso de Wendt een buitenplaats aanleggen die Oostenburg werd gedoopt. 

De Wendt had in Nederlands-Indië een zeer lucratieve post bekleed (directeur van de handel op China) en was een vermogend man geworden. Eenmaal terug werd hij grietman van West-Dongeradeel, maar hij bleef in zijn geboorteplaats Kollum wonen tot zijn dood in 1780.

Zijn nazaten besloten in 1836 tot de verkoop 'op afbraak', hoewel het dan 63 jaar oude gebouw in de advertentie 'uitmuntend onderhouden' wordt genoemd. Er is zeker overgegaan tot afbraak van bijgebouwen en ontmanteling van de buitenplaats*. Wat het hoofdgebouw betreft: het nieuwe 'armhuis' vertoont een grote gelijkenis met het 18e-eeuwse gebouw (zie onder). De voornaamste wijziging is dat de ingang is verplaatst naar de zuidelijke zijmuur. Het nieuwe gebouw had klaarblijkelijk op z'n minst het oude als voorbeeld. Bij een restauratie in 1979 is de oorspronkelijke plaats van de ingang hersteld, zoals ook in andere elementen is teruggegrepen op de situatie voor 1836. (Informatie deels van Tymen Wierstra.)

Het 'buiten' ligt overigens midden in Kollum. Sinds zomer 2017 is de Oudheidkamer hier gevestigd, nu: Kollumer Museum 'Mr. Andreae'. Open op vrijdag- en zaterdamiddag of op afspraak. (Raadpleeg de website.)

*) Hier staat tegenover dat Kollum ook een landhuispark bezit waarvan het huis nooit gerealiseerd is: het Witwaterbos, aan de westkant van de Adje Lambertszlaan. Dit park was oorspronkelijk geïnspireerd op het park bij Oostenburg. Martinus van Scheltings (1744 - 1820) zou hier ook een landhuis hebben willen bouwen, maar het is er nooit van gekomen. (pn)


Afbeeldingen